landkaarten van Nederland’, aldus De Bruijne. ‘Rijkswaterstaat gebruikt een dergelijk systeem al langer. Inderdaad, dus in interactie met provincies en gemeenten over bruggen en waterwegen, maar ook bij overloopgebieden in de stroomgebieden van grote rivieren. Daarbij kom je tot een groter begrip van elkaars activiteiten en dat biedt weer de mogelijkheid gezamenlijk activiteiten te plannen.’ Geplande onbeschikbaarheid Om te kijken hoe onderhoud, oftewel geplande onbeschikbaarheid, gezamenlijk te plannen is, bracht het themacenter een bezoek aan de afdeling Stadsregie van de gemeente Amsterdam. ‘Zij zijn daar heel ver in het faciliteren van verschillende partijen die in hun gebied werkzaamheden uitvoeren. Van woningbouwcorporaties tot aan infrabeheerders’, aldus De Bruijne. ‘Deze afdeling faciliteert dat de partijen data krijgen over de geplande onbeschikbaarheid, zodat de een kan inspelen op de werkzaamheden van de ander. De kennis van hoe zij data van betrokken partijen delen, is er dus al. Daar kunnen we als NGinfra alleen maar van leren. We zijn met elkaar in contact om van elkaar te leren bij ons project rondom geplande onbeschikbaarheid.’ Het plan is om in een nog te bepalen regio het principe van de map tables te gebruiken om met de samenwerkende partners binnen NGinfra de onbeschikbaarheid beter te kunnen plannen. De Bruijne: ‘Liefst in een regio waar het niet te complex is om te beginnen en waar we vrij eenvoudig een start kunnen maken.’ Vertaalslag van data Als De Bruijne desgevraagd het vergezicht schetst, dan springen nationale en misschien zelfs wel internationale interactieve kaarten in gedachten. ‘Om zelfs op die schaal elkaar inzicht te geven, maar zo ver is het nog lang niet.’ Dat komt omdat data delen nog niet zo eenvoudig is. ‘Bij onze verkenning merkten we het al: iedereen verzamelt op zijn eigen manier data. Met eigen standaarden. Als je die centraal bij elkaar wilt brengen, moet je dus voor de andere infrabeheerder een vertaalslag maken. Anders heeft deze niets aan deze informatie.’ Daarnaast is het de vraag van wie de data zijn. ‘Om maar gewoon te kunnen beginnen, zijn we bezig met data die al zijn vrijgegeven, maar uiteraard werken we samen met onder anderen juridische experts om te kijken wat nog meer mogelijk is. In feite kijken we binnen het themacenter Beschikbaarheid nu naar welke informatie we kunnen en mogen gebruiken, binnen de grenzen van de veiligheid.’ Kleinschalig leren Ook Cisco Systems, dat netwerkapparatuur voor grote organisaties maakt, is aangesloten bij het project. De Met de map tables is informatie van assets van verschillende infrabeheerders ontsloten. De Bruijne: ‘Je kunt inzoomen en uitzoomen en verschillende data aanklikken. Kaartlagen bevatten weer specifieke onderdelen.’ Bruijne: ‘We hebben hen gevraagd omdat zij kennis hebben van hoe je standaarden vormgeeft. Zij weten welke standaarden er nu al zijn die we kunnen gebruiken om data te delen. Cisco faciliteert vaker dit soort trajecten.’ Dergelijke ervaring is welkom, maar dat neemt niet weg dat het project rondom het delen van data over geplande onbeschikbaarheid een zoektocht blijft. ‘Welke data gaan interessant en nuttig zijn? Als je die zoektocht niet aangaat, kom je nergens. Als eerste stap hebben we de infrabeheerders, leveranciers en betrokken partijen om advies gevraagd. Met welke informatie slaan we de juiste weg in? Nu zijn we op zoek naar een geografisch gebied waarin we een pilot vorm kunnen geven. Dat vraagt ook om overleg met data-experts bij de infrabeheerders van NGinfra. We proberen dit jaar nog tot een eerste versie van een informatiemodel te komen. Dat is meteen een leertraject. Over het nut van map tables. Over het nut van gecontroleerd data delen over infrabeheerders heen. En over de drempels en kansen die we daarbij tegenkomen. Dit is kleinschalig leren om uiteindelijk tot grotere resultaten te komen.’ NGINFRAmagazine 23 Pagina 22

Pagina 24

Heeft u een drukwerk, blue berry of digitale cursussen? Gebruik Online Touch: maandblad digitaal bladerbaar uitgeven.

Infra-1 Lees publicatie 411Home


You need flash player to view this online publication