ACTUEEL | GEZONDHEID Wat betekent het ‘nieuwe normaal’ voor de inrichting van de openbare ruimte? ‘Laat je niet leiden door de coronawaan van de dag’ Het coronavirus trekt een zware wissel op de structuur van steden. Het werpt de vraag op of het ‘nieuwe normaal’ slechts tijdelijk van aard is of dat de openbare ruimte op de middellange termijn anders ingericht moet worden. Maar valt daar überhaupt al een antwoord op te formuleren? Een eerste verkenning naar de corona-invloed op de openbare ruimte. Auteur: Edward Doelman L ooplijnen, afzetlinten, zitcirkels in parken met anderhalve meter omtrek; ‘we’ zijn er de afgelopen maanden aan gewend geraakt. Sinds COVID­19 over de wereld raast, zijn de bestaande structuren van de stad onder druk komen te staan. De publieke ruimte is niet meer de plek van ontmoeting, van gedeelde ruimte zoals die pre­corona was. ‘Blijf thuis’, gold tijdens de intelligente lockdown. En zolang er geen vaccin beschikbaar is, is ‘houd afstand’ het devies. Want dat geeft veiligheid. ,,Dichtheid in de stad Beeld: gemeente Utrecht heeft plaatsgemaakt voor distantie”, constateert Gert­Jan Hospers, economisch geograaf en hoogleraar Transitie in Stad en Regio aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Wat duidelijk is, is dat gebruik van én de waardering voor de openbare ruimte de afgelopen maanden onder een vergrootglas zijn komen te liggen. Na het mijden van openbare plekken – met de nagenoeg lege Dam tijdens de Nationale Herdenking als collectieve herinnering – kwamen de versoepelingen. Zeker voor de stad waren die zeer welkom. Wandelen, fietsen, recreeren of sporten in parken en groene zones nabij stadscentra namen nadien een grote vlucht. Daar werd ook ruim baan voor gemaakt. Ingrepen in de openbare ruimte om de anderhalve meter afstand in acht te nemen, werden niet geschuwd. Te denken valt aan tijdelijk zitmeubilair zoals de CoronaCrisisKrukken in het Noorderpark in Amsterdam, een initiatief van ontwerper Björn van den Broek. Of neem de voetgangersrotonde op de Steenweg in hartje Utrecht, waarmee het winkelende publiek in dezelfde looprichting werd geleid. Verder kregen fietsers en voetgangers in onder meer Rotterdam bij verkeerslichten sneller ‘groen’ bij drukke kruispunten. Het doel? Fietsfiles of groepsvorming voorkomen. Minder opstoppingen betekenen tenslotte ook minder besmettingsgevaar. De ingrepen betekenen indirect dat voor auto’s minder plek is – thuiswerken werd van de nood een deugd. Zo haalde ‘autostad’ Milaan het wereldnieuws door aan te kondigen dat auto’s op veel straten straks niet meer welkom zijn. Ook Brussel perkte de vrijheden voor auto’s in. Het hele centrum van de Belgische hoofdstad werd, in eerste instantie voor 3 maanden, tot woonerf gebombardeerd. Het is een ontwikkeling die ook door Hospers wordt gezien. Hij stelt dat de steden, die staan voor dichtheid en nabijheid, door corona 24 STEDELIJK INTERIEUR Pagina 23

Pagina 25

Scoor meer met een online shop in uw tijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs magazines online.

Stedelijk Interieur 3 2020 Lees publicatie 414Home


You need flash player to view this online publication