Iepen zijn onmisbare bomen voor Amsterdam. Fotograaf: Hanna Hirsch In de loop van die have eeuw is de Bomenstichting uitgegroeid van protestbeweging naar kennisinstituut. ‘Ja, die ontwikkeling kun je wel zien’, zegt Hanna Hirsch, bureausecretaris van de stichting. ‘Een hoop gemeenten, bedrijven, maar ook particulieren doen een beroep op onze kennis voor informatie en advies.’ Aanvankelijk kwam de stichting in het geweer als het leed al was geschied; in 2000 koos de organisatie voor een koerswijziging door meer preventief te werken en mensen al in een vroeg stadium te wijzen op de aanwezigheid van bomen en te proberen beleid bij te sturen. Enerzijds ging de Bomenstichting zich bij de start van geplande bouwprojecten aanbieden als adviseur voor gemeenteambtenaren en workshops organiseren, anderzijds ging de stichting meer energie steken in het deskundig maken en ondersteunen van de bijna tweehonderd contactpersonen. Dat zijn deskundigen op het gebied van bomen die op vrijwillige basis advies geven aan burgers, gemeenten en milieugroepen. De Bomenstichting heeft in de loop der jaren veel energie gestoken in het beïnvloeden en verbeteren van het gemeentelijk bomenbeleid. Ze bracht daarvoor een groot aantal publicaties uit die tot op de dag van vandaag worden gebruikt, zoals Bomen en wet en de Bomen Effect Analyse (BEA) in 2003, die in 2019 in samenwerking met kennisplatform CROW is geactualiseerd tot de Richtlijn BEA. Volgens Edwin Koot, een van de ontwikkelaars achter de richtlijn, is de BEA een van de grootste successen van de Bomenstichting. Hij zegt in Het verhaal van de Bomenstichting, een publicatie die de stichting ter gelegenheid van het jubileum onlangs uitbracht: ‘Elke gemeente en elk boombedrijf voert BEA’s uit. Ik denk dat een derde tot de helft van de gemeenten de BEA in de boom- of kapverordening heeft staan. Als een gemeente de BEA niet in de verordening heeft staan, zijn er andere mogelijkheden om een BEA te eisen. Ze kan bijvoorbeeld bij de verkoop van grond aan een projectontwikkelaar de BEA als voorwaarde stellen. Veel gemeenten doen dat.’ Duizendjarige linde Nederland verloor na de Tweede Wereldoorlog veel bomen; met de wederopbouw werd er kaalslag gepleegd onder het bomenbestand omdat ze moesten wijken voor huizen en wegen. Directe aanleiding voor de oprichting van de Bomenstichting was de omschakeling van stadsgas naar aardgas in 1963, waarbij een groot aantal straatbomen het loodje legden. Veel gasleidingen bleken te lekken waardoor boomwortels afstierven. Het was de “duizendjarige linde” van het Utrechtse dorp Achterberg (gemeente Rhenen) die twee jaar later de aanzet gaf tot de oprichting van de stichting. J’ørn Copijn, een van de initiatiefnemers, las in 1965 in de krant dat de boom gekapt zou worden en bood aan hem te redden. Copijn was afkomstig uit een familie van tuinontwerpers, boomkwekers en hoveniers en had in Duitsland geleerd hoe je oude en monumentale bomen moest verzorgen; een discipline die in Nederland toentertijd nog onbekend was. ‘Het redden van zo’n monumentale jaargang 76 • juli 2020 • nummer 06 11 Pagina 10

Pagina 12

Scoor meer met een e-commerce shop in uw flyers. Velen gingen u voor en publiceerden brochures online.

Groen 6 2020 Lees publicatie 416Home


You need flash player to view this online publication