Hoe hebben jullie elkaar gevonden en wat vormde de aanleiding voor het boek? Vollaard ‘Jaren geleden deden Jacques en ik mee aan een ontwerpprijsvraag. De vraag was om deze wijk (Provenierswijk in Rotterdam, red.) stapsgewijs gedurende 7 jaar natuurlijker te maken en de biodiversiteit te bevorderen. Later lanceerden zij het idee voor De Groene Marathon, een 42 kilometer lange recreatieve stadsnatuurroute door de hele stad. Steeds meer mensen sloten aan en er ontstond een soort informele werkgroep van biologen, ontwerpers, stadstuiniers die werkten aan projecten voor natuur in de stad. Als ontwerpers hadden we al snel ecologen als Niels de Zwarte van Bureau Stadsnatuur of, in het geval van De Groene Marathon, André de Baerdemaeker nodig.’ ‘Door dat contact ontdekten we dat er wederzijds behoefte was aan informatieoverdracht. Als ontwerpers snapten we niet gek veel van ecologie. Ecologen begrepen op hun beurt niet hoe ontwerpen werkt, wat ontwerpers willen weten en hoe je kunt zorgen dat natuur ook in ontwerp verankerd raakt – wat we nu natuurinclusief ontwerpen noemen, maar destijds als term nog niet eens speelde. Door onze projecten verzamelden we kennis over stadsecologie. Jacques en ik hadden al meerdere boeken gemaakt en kregen snel de neiging ook deze kennis om te zetten in een boek. Zo’n uitgave was er nog niet.’ De Zwarte ‘We hebben veel avonden doorgebracht om te kijken hoe we de stad vanuit de ecologie kunnen beschrijven, maar dan op basis van hoe een ontwerper naar de stad kijkt. De vraag was vervolgens hoe we dat konden opknippen in logische, behapbare eenheden. Dat was een worsteling hoor, maar ook leerzaam. Het eerste onbegrip was er zelfs al op basisniveau van taal. Als zij spraken over ‘plinten’ keek ik naar de onderzijde van de muur.’ Vink ‘Hetzelfde gold voor ons, maar ook het verschil tussen biotoop of habitat; we hadden geen idee.’ Vollaard ‘We moesten ook telkens aan elkaar vragen: wat bedoel je daar mee?’ We zijn inmiddels een paar jaar verder. Begint het begrip natuurinclusief bouwen te landen? Vollaard ‘Eigenlijk is het nog steeds niet echt bekend en bungelt het onderaan het lijstje. Het start bij bewustwording bij architecten, ontwerpers en opdrachtgevers. Zij moeten zich ervan bewust worden dat zij natuur kunnen meenemen. Pas dan zullen zij in een eerder stadium een ecoloog erbij betrekken en kun je de natuur integreren.’ De Zwarte ‘Als ecoloog was dat ook een grote frustratie voor mij: dat een gebouw al af was op het mo01 vakblad OVER DE OPENBARE RUIMTE • JAARGANG 18 27 ment dat wij er groen aan konden toevoegen. Elke keer dacht ik: had me nu maar eerder in het proces aan tafel gevraagd, dan hadden we niet beiden gefrustreerd aan tafel gezeten.’ Vink ‘Bij grote tenders ligt vaak een vraag in de trant van ‘kom met een voorstel voor een natuurinclusief gebouw’. Veel ontwerpers weten op dat moment echter niet wat ze kunnen doen.’ Vollaard ‘Veel architecten profileren zich als natuurinclusief, terwijl ze eigenlijk nog nauwelijks weten wat het betekent. Dat is wel een teken dat er interesse is, maar meer kennis nodig is. Het is echt nog niet zo dat het meenemen van natuur in het ontwerp van‘Het zijn nooit de pioniers die profiteren en rijk worden, maar zo werkt het met dit soort dingen’ zelfsprekend is, zoals dat bij duurzaamheid wel het geval is. Bij dat laatste is ook de wet- en regelgeving erop aangepast. Dat is bij natuurinclusief, afgezien van soorten van de Wet natuurbescherming, niet het geval.’ De Zwarte ‘Biodiversiteit en daarmee het integreren van natuur is natuurlijk ook pas laat ontdekt als een probleem binnen de duurzaamheidsproblematiek.’ Vink ‘Overigens zijn er wel mooie voorbeelden van architecten die vooroplopen in dit thema. Denk aan Édouard François en Ken Yeang, maar ook aan kunstenaars als Herman de Vries en Louis le Roy met zijn Ecokathedraal. Beide kunstenaars werken en werkten aan het thema cultuur en natuur.’ In het boek leggen jullie de focus op de stad? Waarom? Vollaard ‘Dieren passen zich aan aan de stad. Het is er voor dieren warm, veilig en voedselrijk. Zo ontstaat een divers, maar kwetsbaar systeem. De natuur maakt integraal onderdeel uit van de stad. De stad moet daarom, net als een oerbos of koraalrif, gezien worden als ecosysteem.’ De Zwarte ‘Het is een gegeven dat er gebouwd moet en gaat worden. Als je dat toch doet, doe het dan goed. De stad is overigens wel de plek waar je je manier van denken echt kunt veranderen. Daarnaast gaat het met een deel van de dieren die afhankelijk zijn van de stad, zoals diverse stadsvogels, minder goed. Dat terwijl we méér stad bouwen. Daar klopt dan natuurlijk iets niet. 01 V.l.n.r. Niels de Zwarte, Piet Vollaard, Jacques Vink Pagina 26
Pagina 28Heeft u een folder, invender of ehandleidingen? Gebruik Online Touch: onderwijs catalogus online bladerbaar uitgeven.
Stedelijk Interieur 1 2020 Lees publicatie 419Home