Feature groei en groei van de werkgelegenheid, blijft in 2019 constant en neemt in 2020 met 0,5%-punt toe. Ter vergelijking, in 2018 bedroeg dit verschil 0,4%-punt. (bron: CPB, decemberraming 2019) Nationale economische groei belangrijk voor de Nederlandse regio’s, maar niet allesbepalend De (inter)nationale conjunctuur beïnvloedt in belangrijke mate de groeipotentie van de Nederlandse regio’s, maar het is niet de enige factor. Een niet te onderschatten onderdeel van de regionale economische groei wordt namelijk bepaald door de aanwezigheid van sectoren en innovatieve clusters met groeipotentie en door een aantrekkelijk vestigings- en ondernemingsklimaat in de eigen regio. De regio’s hebben zelf grote invloed op het ondernemingsklimaat en kunnen daarmee het verschil maken ten opzichte van andere gebieden. De afgebeelde kaarten zijn het resultaat van de berekeningen voor de verwachte economische groei en werkgelegenheidsontwikkeling in 2020. Uit de kaarten is een aantal conclusies te trekken voor de Nederlandse regio’s. e Nederlandse economische groei valt terug door een afzwakking van de mondiale groei en in mindere mate door de stikstof- en PFAS-problematiek. Deze problematiek heeft zeker gevolgen voor de geraakte sectoren zoals de bouw, maar voor Nederland als geheel is het effect op korte termijn beperkt. Was er in 2018 nog sprake van een groei van 2,6%, in 2019 valt deze terug naar 1,7% en halveert in 2020 (1,3%). Het Amerikaanse handelsbeleid en de Brexit blijven dit en volgend jaar de belangrijkste risico’s voor de Nederlandse economie. Een binnenlands risico is de stikstofen PFAS-problematiek. Het CPB gaat voor 2020 uit van een nationale groei van het aantal gewerkte uren met 0,8%. Voor 2019 houdt men rekening met een stijging van 1,7%. Met andere woorden, de arbeidsproductiviteit, het verschil tussen economische 1. De regio’s rond Eindhoven, Utrecht en Amsterdam maken in 2020 het verschil De gebieden Brainport Eindhoven, Stadsgewest Utrecht en Amsterdam vormen in 2020 de belangrijkste economische groeiregio’s van ons land. Ook in andere, naburige Randstedelijke regio’s zoals Almere, Haarlemmermeer e.o., Agglomeratie Haarlem en Stadsgewest Amersfoort, ligt de boven het landelijk gemiddelde. De Brainportregio scoort al jaren hoog, omdat zij een innovatieve, industriele kenniseconomie bezit die internationaal het verschil maakt. Overig Zuidoost-Zuid-Holland (Gorinchem e.o.) en Zuidwest-Gelderland profiteren door hun ligging aan de A2/ A15/A27 en hun logistieke kracht van de gunstige ontwikkelingen in grote delen van de Randstad. Dit zijn stuk voor stuk regio’s met een gunstige economische sectorstructuur én een goed regionaal vestigings- en ondernemingsklimaat. 2. Divers beeld in stedelijke gebieden In de rest van Nederland blijft het regionaal beeld divers. Er is sprake van een grote middenmoot van regio’s die net boven het Nederlands gemiddelde scoort. Zuidwest-Overijssel en Veluwe (met als groeimotoren Deventer en Apeldoorn/Ede) zijn daarvan de belangrijkste voorbeelden. Een aantal stedelijke regio’s blijft daarbij achter, zoals Alkmaar, Drechtsteden, Leeuwarden, Maastricht/Heerlen en Zaanstad op de kaart laten zien. Ze groeien nog wel, maar minder hard dan op basis van hun omvang en ligging mocht worden verwacht. 3. Grote verschillen binnen Noord-, Oost- en ZuidNederland Binnen Noord-Nederland zijn de regio’s Zuidwest-Friesland, Delfzijl e.o., Emmen en Groningen verantwoordelijk voor een bovengemiddelde groei, waarbij de cijfers voor Groningen opnieuw gecorrigeerd zijn voor de aardDe regio’s hebben zelf grote invloed op het ondernemingsklimaat en kunnen daarmee het verschil maken geraamde groei van het bruto regionaal product over het algemeen ruim gaswinning. Qua werkgelegenheid is vooral de stad Groningen een banenJAARGANG 15 • NUMMER 01 • BT >> PAGINA 11 Pagina 10
Pagina 12Scoor meer met een webshop in uw clubbladen. Velen gingen u voor en publiceerden folders online.
BT 1 2020 Lees publicatie 421Home