D oor de verandering klimaatstaan groen en blauw hoog op de agenda. Verkoeling door groene men, ecosystewaterbuffers voor hevige regenbuien: door de aanleg of behoud van natuurlijke structuren kunnen de effecten van hitte, droogte en wateroverlast worden verminderd. In de openbare ruimte en in de tuinen van huisbezitters is daar inmiddels volop aandacht voor. Maar hoe staan onze bedrijventerreinen er eigenlijk voor? BT liet dit uitzoeken door Gerlof Rienstra van Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies. Uit de vergelijking die Rienstra maakte, blijkt dat groenblauwe ecosysteemtypen gemiddeld 1 procent van de totale bruto bedrijventerreinoppervlakte innemen. Het gaat dan om de volgende structuren: • Braakliggend, nog niet uitgegeven, in gebruik voor de landbouw; • Bosjes en heggen als afscheiding perceel; • Loofbomen als afscheiding perceel; • (Half-) Natuurlijk grasland; • Openbaar groen: bermstroken langs weg en water; • Meren, plassen en overig binnenwater (waterafvoer in sloten en vijvers, vaak om bedrijventerreinen heen of als perceelscheiding); • Rivieren (en andere grote vaarwegen): in deze analyse onderschat, vaak langs ‘natte bedrijventerreinen’, maar zijn meestal qua opgegeven oppervlakte niet toe te rekenen aan een specifiek bedrijventerreinen omdat ze grotere kadastrale eenheden vormen. Om de vergelijking goed te kunnen maken, zocht Rienstra eenzelfde gegevens uit voor de tweedegeneratie VINEX-wijken in Zuid-Holland (woningbouw na 2010). Uit die vergelijking blijkt het aandeel groenblauw op die nieuwe locaties afgerond 6 procent te zijn, dus ongeveer zesmaal zoveel als gemiddeld bij een bedrijventerrein. Geen verschil tussen oude en nieuwe terreinen Een opvallende conclusie die Rienstra na zijn onderzoek kon trekken, is dat er geen significant verschil waar te nemen is tussen oude en nieuwe bedrijventerreinen. Met andere woorden: ondanks het veranderende klimaat, en de roep om duurzame bedrijventerreinen, is het aandeel van groenblauwe structuren de afgelopen jaren niet veranderd. Ook valt op dat bijna alle daken onbenut zijn. Groene daken komen nog amper tot niet voor. Hier liggen nog veel mogelijkheden, al zijn waarschijnlijk niet alle daken hiervoor geschikt. Er is ook geen verschil tussen grote of kleine bedrijventerreinen. Al is het percentage groen en blauw bij kleine bedrijventerreinen vaak wel hoger door het karakter van de ecosysteemtypen als perceel- of terreinafscheiding. Bij een klein terrein telt dat relatief zwaarder mee, zo blijkt. Rienstra gaat ervan uit dat de situatie op de Zuid-Hollandse bedrijventerreinen representatief is voor de rest van Nederland door het gevarieerde landschap, de verschillende typen bedrijventerreinen en vooral de vele watergangen en vaarwegen. ‘Groen en blauw cruciaal om hoge kosten te voorkomen’ Of één procent nu veel is, of heel weinig, is volgens Robbert Snep, senior onderzoeker Groene Steden bij de JAARGANG 16 • NUMMER 02 • BT >> PAGINA 11 Pagina 10

Pagina 12

Heeft u een gebruiksaanwijzing, modern media of ecatalogi? Gebruik Online Touch: boek naar een digitale publicatie omzetten.

BT 2 2020 Lees publicatie 422Home


You need flash player to view this online publication