Ingezonden B edrijventerreinen zijn geen natuurgebieden. Ze kunnen echter wel leefruimte bieden voor planten en dieren. En er zijn veel extra baten. Gelukkig maar, want ‘het is goed voor zweefvliegen en klaprozen’ is voor de meeste partijen nou eenmaal niet een voldoende sterk argument om de inrichting en het beheer van een bedrijventerrein te veranderen. De baten van een biodivers bedrijventerrein: • Klimaatadaptatie en -mitigatie: groen en water verkoelen; • Waterberging: ruimte voor opvang van hevige buien voorkomt schade; • Gezondheid: vegetatie vangt fijnstof en een fraaie omgeving nodigt uit tot bewegen; • Recreatieve infrastructuur: op en door (nieuwe) bedrijventerreinen is ruimte voor (doorgaande) wandelen fietsroutes, bankjes, etc.; • Natuurbescherming: extra leefgebied en nieuwe verbindingen tussen natuurgebieden en geïsoleerde populaties; • Lokale steun: een fraaie inrichting levert lokaal steun op voor een (nieuw) bedrijventerrein; • Competitive advantage: voor bedrijven met een serieuze maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)-strategie; • Toekomstbestendigheid: vooruitlopend op mogelijke regelgeving n.a.v. de stikstofproblematiek en de biodiversiteitscrisis; • Hogere vastgoedwaarde: een groene omgeving is waardevol. Uiteraard zijn er niet alleen maar voordelen. Groen en blauw kosten ruimte en dus geld. Maar bijna elk bedrijventerrein heeft groen en met een natuurlijkere inrichting en beheer is al veel winst te behalen. Meestal zijn er bovendien mogelijkheden om doelen (en soms ook financiële middelen) te combineren. Hoe eerder in het (her)ontwikkelingsproces van een bedrijventerrein de mogelijkheden worden verkend, hoe groter de kans op succes. Invloed Verschillende partijen kunnen op verschillende manieren invloed hebben op de inrichting en het beheer van een bedrijventerrein. Overheden zijn kaderstellend en spelen daarmee een cruciale rol. Ook hebben ze soms grondposities of zijn mede-ontwikkelaar. Investeerders, architecten, ontwikkelaars en bouwers hebben allen inbreng. Een aantal van hen onderscheidt zich als ‘duurzaam’ of ‘groen’. Hoe vroeger in het proces een groene partij wordt betrokken, hoe meer mogelijkheden er zijn om een verschil te maken. Omwonenden kunnen een heel bepalende rol hebben. Deze zal nog toenemen na invoering van de Omgevingswet, omdat participatie dan verplicht wordt. Vaak zijn omwonenden niet per definitie tegen, maar maken zij zich zorgen om bijvoorbeeld hun uitzicht. Ook in dit geval: ga vroeg in het proces praten en probeer er samen uit te komen. Crises De crisisberichten volgen elkaar in rap tempo op en ze hebben allemaal een relatie tot de biodiversiteitscrisis. Dat zeldzame soorten kwetsbaar zijn en dreigen uit te sterven – en dat soms ook daadwerkelijk doen - weten we al heel lang. Maar de laatste jaren wordt ook steeds duidelijker dat algemene soorten in aantal achteruitgaan. Soms langzaam, soms in gierende vaart zoals de soorten van het landelijk gebied. De aantallen weidevogels, akkerkruiden en bijen bijvoorbeeld lopen snel terug. De biomassa aan vliegende insecten is in 27 jaar met meer dan 75 procent afgenomen. Om iets te doen aan het steeds leger worden van onze omgeving heeft de Vogelbescherming het concept ‘Basiskwaliteit voor Natuur’ bedacht. In BT • JAARGANG 16 • NUMMER 02 PAGINA 44 Pagina 43

Pagina 45

Heeft u een cursus, uniflip of e-whitepapers? Gebruik Online Touch: clubblad naar een digitale publicatie omzetten.

BT 2 2020 Lees publicatie 422Home


You need flash player to view this online publication