sterke crème gele rand bezitten, spontaan willekeurig op stam, takken en twijgen groene delen ontstaan. De groei van deze groene bladeren is veel sterker omdat hier meer bladgroen in aanwezig is en meer assimilatie wordt gegenereerd en dus de fabriek beter voorziet van productie middels groei. Wat je ook blijft snoeien, naarmate de jaren verstrijken verschijnt er meer en meer groen en worden we terug op onze plek gezet; wie is hier nou eigenlijk de baas? Een verschijnsel dat overigens ook waar te nemen is bij de goudiep, Ulmus x hollandica ‘Wredei’ en bij de driekleurige rode beuk, Fagus sylvatica ‘Purpurea Tricolor’. Bolacacia, meer dan 100 jaar en nooit geknot, zo kan het ook Scheutgroei Bonte esdoorn, een soort die ons de les leest juist door te laten groeien, een prachtig grillig stam- en kroonbeeld. Boskoop Vaak heb ik het idee dat veel van deze knutselbomen zijn ontstaan in Boskoop. Dit in de tijd toen Boskoop nog ons nationaal bomencentrum was, een positie die het in mijn beleving niet meer bekleedt. De bonte wilg, Salix integra ‘Hakuro-Nishiki’, op stam is zo’n boom die de term boom eigenlijk niet waard is. Sowieso is de term boom in Boskoop een rekbaar begrip omdat ze daar zelfs een Rhododendron een boom noemen. Maar de bonte wilg is een stok met daarop een kermisachtige verschijning aan bonte bladeren. Een ander voorbeeld van een knutselboom is de bonte Noorse esdoorn, Acer platanoides ‘Drummondii’. Een soort die blijkbaar in Stirling Schotland is ontwikkeld. Een bontbladige boom die de sterke neiging heeft om onze nietige positie in de wereld van de veredeling te bevestigen. Oftewel de boom doet wat hij lekker zelf wil en trekt zich niet zoveel aan van het geknutsel met zijn uiterlijk. Wat je typisch bij deze soort ziet, is dat er tussen de bonte bladeren die een 46 vakblad groen Maar ook in de meer moderne tijden hebben we onze eigen geselboomsoorten. Luister, ik wil op geen enkele manier discrimineren en ben groot pleitbezorger voor diversiteit, maar leg mij in hemelsnaam eens uit wat we met honderden jaren oude olijven in bakken moeten? Het getuigt van disrespect voor de leeftijd van de boom; maar deze soort laat ook zien dat het nog net effe te koud is in Nederland. Ik zeg niet dat het toekomstige klimaat niet geschikt is, maar voor nu zie ik vooral teleurstellende resultaten. Daarbij is een afschuwelijk risico dat we de voor veel boomsoorten levensbedreigende bacterie Xylella meeslepen uit Zuid-Europese landen waar deze bomen voor onze genoegdoening gerooid worden. Vaak zie je een dikke grillige stam die in een bak is geperst waar nog net een paar emmers grond omheen kunnen worden gestort. De kroon is een paar jaar voor het “verplanten” bovengronds geamputeerd en door de enorme groeikracht van de boom zie je hierop nog wel veel scheutgroei ontstaan. Meestal is dit mediterrane scheutgroei, want als ze eenmaal in ons Nederlandse klimaat staan, is het gedaan met de groei, deels vanwege klimaat maar ook vaak vanwege de boven- en ondergrondse amputaties. Voor deze boomsoort geldt dat als je een pizzeria hebt met een patiotuin dit een fraaie sfeermaker is. Voor alle overige gevallen zou je met respect deze bomen in hun land van herkomst moeten laten groeien. In dit rijtje en huidige tijd past ook de palm, van hetzelfde laken een pak. Er zullen best wel winterharde palmen zijn, maar is dit nou echt een sieraad? Foute bomen, er zijn er een heleboel te benoemen maar mooie en goede bomen gelukkig des te meer. Over Henry Kuppen Henry Kuppen (1964) is een gepassioneerd bomenliefhebber met professionele ervaring van meer dan 35 jaar in het beheren van bomen in de stedelijke omgeving. Hij is directeur van het kennisatelier voor boom en bodem Terra Nostra en heeft als specialisatie ziekten en aantastingen in bomen, soortendiversiteit en klimaatverandering rondom bomen. Voor meer informatie: www.henrykuppen.nl Pagina 45
Pagina 47Scoor meer met een online shop in uw clubbladen. Velen gingen u voor en publiceerden sportbladen online.
Groen 10 2020 Lees publicatie 424Home