pagina 16 — 22 • trend 19 zaamheden in handen legt van één organisatie, kan dat soepeler verlopen tegen lagere kosten en met minder overlast. Als het warmtenet erin gaat, kun je tegelijkertijd het riool vervangen, het elektriciteitsnet verzwaren en de straten opnieuw inrichten en klimaatadaptief maken. De kosten van het openmaken van de grond en het proces verdeel je over de verschillende partijen die in de ondergrond aan de slag zijn.” Hoe een single-issueaanpak in de praktijk werkt, legt Bals collega bij Vattenfall Jannis van Zanten uit: “Het is allereerst van belang te weten in welke wijken we de komende vijf jaar gebiedsgericht aan de slag gaan. Daarna is het zaak om in kaart te brengen wat er allemaal in de grond ligt, en samen met alle partijen die in de ondergrond werken te inventariseren wat er allemaal moet gebeuren. Vervolgens is de vraag of je de uitvoering van de verschillende werkzaamheden wellicht kunt combineren. Het kost meer geld als we allemaal afzonderlijk werken. Bovendien worden bewoners er niet blij van om elk jaar opnieuw enige tijd in een zandbak rond te lopen. De wijk moet centraal staan, niet de afzonderlijke organisaties.” Landelijk kader Het is de wens van alle partijen in de Warmtemotor, waaronder de gemeente, om de single-issueaanpak daadwerkelijk toe te passen. Het concept wordt nu gezamenlijk verder uitgewerkt, onder andere door de planningen voor de eerste wijken naast elkaar te leggen. “Het meest verregaande scenario van een single-issueaanpak is dat je in een heel kort tijdsbestek, zoals een of twee weken, 24 uur per dag aan de slag gaat en alles wat er moet gebeuren heel efficiënt aanpakt”, vervolgt Van Zanten. “Mogelijk kunnen we de bewoners dan onderbrengen in een hotel. En wanneer zij weg zijn, komt er een ploeg een buurt binnen die alle oude infrastructuur verwijdert. Dan creëer je in feite een nieuwbouwsituatie en vervolgens bouw je het hele netwerk opnieuw op. Dan is ondergronds alles voor de komende twintig jaar op orde en is de buurt ook bovengronds opgeknapt. Dat is een ontzettend complex proces en het vraagt ook heel veel voorbereiding van alle organisaties die nu gewend zijn dingen een voor een aan te pakken. Maar de eerste sommetjes laten zien dat het behoorlijk voordelig kan zijn qua kosten.” In het voorjaar lanceerde branchevereniging Aedes – mede geïnspireerd door de samenwerking binnen de Amsterdamse Warmtemotor – het landelijke kader Startmotor om de samenwerking van corporaties en energiebedrijven bij de aansluiting op warmtenetten te versnellen. Beleidsadviseur Van der Veek: “Aedes en de warmtebedrijven hebben onder meer afgesproken dat bewoners niet méér gaan betalen dan ze nu kwijt zijn met een gasaansluiting. Dat is op landelijk niveau afgedekt en daardoor hoeven we er binnen de Amsterdamse Warmtemotor niet heel veel aandacht aan te besteden.” Inkoopkracht Een van de uitgangspunten van de Warmtemotor is dat een particuliere woningeigenaar eenzelfde aanbod krijgt als een huurder. Van der Veek: “In principe liften woningeigenaren mee op de inkoopkracht van de gezamenlijke corporaties.” huishoudens zijn niet verplicht om gebruik te maken van stadswarmte. In Amsterdam is regelmatig discussie over een verplichte aansluiting op een warmtenet, sinds een rechterlijke uitspraak in 2020 over het warmteplan voor de Sluisbuurt. ‘de transitie kan sneller als corporaties en warmtebedrijven samenwerken’ “Voor de bewoner moet het kostenneutraal zijn, maar de energietransitie zelf is niet kostenneutraal”, nuanceert Bal. “Ten opzichte van de huidige situatie, waarin woningen gebruikmaken van gasleidingen, moeten meer kosten worden gemaakt om duurzame warmte te leveren. Alle partijen zetten zich daarom in om die kosten gezamenlijk omlaag te brengen.” De gemeente Amsterdam investeert vanaf 2021 in totaal 50 miljoen euro om minimaal 10.000 woningen aan te sluiten op het warmtenet. Het project gaat in eerste instantie in drie wijken van start. ROM | JAARGANG 39 | #01-02 De Warmtemotor in Rotterdam In Rotterdam zijn corporatie Woonstad Rotterdam, energiebedrijf Vattenfall en de gemeente een met de Amsterdamse Warmtemotor vergelijkbaar traject gestart. De inzet is om in eerste instantie drie wijken – waaronder Pendrecht, een van de landelijke proeftuinen voor aardgasvrije wijken – op het warmtenet aan te sluiten. Jannis van Zanten van Vattenfall: “Het doel en de uitgangspunten van de aanpakken in Rotterdam en Amsterdam lijken sterk op elkaar. Een belangrijk verschil is dat in Rotterdam al een groot draagvlak is voor stadsverwarming.” In Amsterdam is de Transitievisie Warmte vastgesteld, maar wordt in wijken zoals de Sluisbuurt desondanks discussie gevoerd over de specifieke toepassing van het warmtenet. » Pagina 18

Pagina 20

Interactieve digi spaarprogramma, deze vaktijdschrift of spaarprogramma is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online op uw website plaatsen van digi-onderwijs magazines.

ROm 1 2021 Lees publicatie 409Home


You need flash player to view this online publication