city) en Wouter Veldhuis (Must Stedebouw) taxeerden het nieuwe normaal. In het essay Hier.Heerst. Veiligheid. En verliest het publiek domein zijn betekenis dat zij gezamenlijk schreven, constateren zij dat ‘ontwerpers staan te trappelen om de anderhalvemetersamenleving vorm te geven’. Daar is het drietal een fel tegenstander van. Zij noemen het zelfs een grote vergissing om de anderhalvemetermaatschappij ‘op te vatten als een ontwerpopgave’. Volgens hen worden stedelijke structuren dan aangepast aan het probleem. ‘In het door en door functionalistische Nederland zijn ontwerpers grootmeesters in probleemoplossingen op het scherp van de snede. Is anderhalve meter de norm? Nou, dan maken we toch alles precies anderhalve meter. De Nederlandse architectuur is internationaal groot geworden met het tot in het absurde letterlijk nemen van het Programma van Eisen: u krijgt wat u voorschrijft.’ Zij stellen wel dat de coronacrisis laat zien dat we behoefte hebben aan ‘ruimtes met incasseringsvermogen’: straten die breder zijn dan strikt noodzakelijk, parken die groter zijn dan de groennorm, balkons die net even wat ruimer zijn dan het Bouwbesluit voorschrijft. ‘Maar er is geen enkele (corona)reden om ontmoeting, uitwisseling en confrontatie los te laten als uitgangspunten voor de vormgeving van de stad. Als het tijdelijk nodig is anderhalve meter afstand te houden, dan moeten we een beroep doen op het improvisatievermogen van de stad, niet op ontwerpers en architecten.’ Corona-app Dat het gebruik van de stad mede door corona blijvend gaat veranderen, staat voor hoogleraar Gert­Jan Hospers als een paal boven water. Ook hij wijst op de opmars van slow traffic. Fietsers en wandelaars krijgen ruim baan ten koste van de auto. Beeld: Kelly Kuenen ‘Maar vooral de fysieke afstand bij corona zal het stadsbeeld de komende jaren sterk gaan beïnvloeden’, is zijn verwachting. Hospers ziet, naast de herwaardering voor groen, dat met name terug in de inzet van technologie en smart oplossingen. Die biedt mogelijkheden om bezoekersstromen in de openbare ruimte te monitoren en het toezicht te vergroten. Hoeveel mensen gaan de winkel in, wat is het aantal dat zich tegelijk in het park bevindt? Hospers acht het denkbaar dat die monitoring overgaat in meer controle in relatie tot crowdmanagement. ‘Bijvoorbeeld via het meten van de lichaamstemperatuur voordat je een openbaar gebouw in of überhaupt de straat op mag.’ De omstreden ‘corona­app’ van minister Hugo de Jonge past in die ontwikkeling, dit kan een voorbode zijn. Daarnaast is het niet uitgesloten dat virusuitbraken zoals de coronapandemie in de nabije toekomst vaker zullen voorkomen. ‘De invloed van digitalisering op de structuur van de stad wordt daarmee groter’, voorziet Hospers. Het turen in die glazen bol is niet te doen, maakt ook het advies van de CRa duidelijk. Ook het adviesorgaan voorziet dat ‘we’ door corona anders aan zullen gaan kijken naar steden en hun ruimtelijke kwaliteit, maar redeneert dat het nieuwe normaal in de eerste plaats een tijdelijk normaal is. Wat corona wel duidelijk maakt, is dat de openbare ruimte volgens het CRa aantrekkelijker gemaakt moet worden. Het moet meer ruimte bieden aan langzaam verkeer en – waar mogelijk – ook meer groen en water. Om die reden stimuleert het CRa om de coronaperiode te gebruiken om ingrepen in de openbare ruimte te testen, om hier lessen uit te trekken en om draagvlak bij gebruikers te creëren. ‘Want dat levert op termijn gezonde, veerkrachtige en klimaatadaptieve steden op.’ vakblad OVER DE OPENBARE RUIMTE • JAARGANG 18 27 Pagina 26

Pagina 28

Voor flyers, online onderwijscatalogussen en spaarprogramma zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw folders.

Stedelijk Interieur 3 2020 Lees publicatie 414Home


You need flash player to view this online publication