OPINIE Groene identiteit ‘Voordat landschap ooit een ontspanning voor de zintuigen kan zijn, is het een werk van de geest. Het decor is evenzeer opgebouwd uit lagen geheugen als uit lagen rots’ (Simon Schama, Landschap en herinnering, 1998). De baten van een groene leefomgeving zijn evident: steeds meer onderzoeken tonen aan dat mensen gezonder, gelukkiger zijn in een groene omgeving en dat groen in de stad bijdraagt aan bijvoorbeeld klimaatadaptatie en biodiversiteit. De expertise en ervaring die we in Nederland hebben hierover is indrukwekkend: we kunnen rekenen aan de baten van groen en bomen en zijn meesters in het plannen van steden. In onze projecten leveren wij, groene professionals bij aannemers, ingenieursbureaus en overheden, een wezenlijke bijdrage aan een veerkrachtige samenleving, nu en in de toekomst. We zorgen ervoor dat onze kinderen spelen op een groen schoolplein, creëren natuur op daken en zorgen ervoor dat onze bomen tot wasdom kunnen komen. Daarmee werken we ook aan waardering voor de natuur en een geleidelijk veranderende relatie met de natuur. We ontwikkelen de groene identiteit van onze en toekomstige generaties. Onze omgang met landschap, natuur en ook groen in de stad is in de eerste plaats een cultuurdaad, een werk van de geest. Mijn favoriete tuinen zijn de Italiaanse renaissancetuinen. Deze tuinen zijn de fysieke neerslag van het tijdsgewricht, ze verwoorden de nieuwe kijk van de mens op zichzelf, zijn omgeving en de wereld. In dat opzicht zijn onze beekherstelprojecten net zozeer een weergave van de actuele natuurvisie als de manier waarop in villa Lante (Italiaanse villa in Viterbo) het bergstroompje is getransformeerd tot een tuinornament. Ons landschapsontwerp weerspiegelt de maatschappelijke houding ten opzichte van de natuur. En mede daarom zijn bomen en groen in de stad een sociaal-cultureel vraagstuk, meer nog dan een technisch vraagstuk. Om de baten ervan te benutten, moet groen er zijn voor alle bevolkingsgroepen ongeacht leeftijd, geslacht, achtergrond, gezondheid, handicaps, opleidingsniveau enzovoort. Voor alle bewoners is het cruciaal dat we verbonden zijn met onze groene omgeving. Dat klinkt heel logisch, maar is in de praktijk best weerbarstig: een plantsoen in een wijk met een lage sociaal-economische status is niet automatisch van meerwaarde voor de arbeidersfamilie driehoog achter of de weduwe in de verzorgingsfl at. Natuurlijk doen we ons best om iedereen te betrekken met inspraak- en participatiemethoden, met speciale voorzieningen voor doelgroepen en activiteiten die worden georganiseerd. En gelukkig zijn er ook legio kleinschalige en grootschalige voorbeelden waarbij het lukt! Waar het fysieke landschap wordt gecompleteerd met lagen van geheugen, waar werkelijke verbinding met het groen in de stad ontstaat en de baten ervan kunnen worden geoogst. Misschien vormt onze Nederlandse regelgeving en planningscultuur een aandachtspunt hierin en moeten we meer voorbij onze grenzen kijken om de kansen te zien. Internationale samenwerking geeft ons mogelijkheden om kennis te delen. Technische kennis en expertise delen we al veelvuldig met Europese collega-bedrijven, maar het wordt nog interessanter als we ook kennis over de sociaal-culturele component gaan uitwisselen. De relatie van bewoners met hun openbare ruimte en parken is in elk land wezenlijk verschillend, onder andere gevormd door klimaat, geschiedenis en bestuurscultuur. Ik ben benieuwd wat we daar in Nederland van kunnen leren ... Hoe verrijkt dit onze groene identiteit? Over de auteur David van Uden is Operationeel Directeur bij BTL Reageren? Stuur een e-mail naar r.vandijk@elba-rec.nl. jaargang 76 • juli 2020 • nummer 06 23 Pagina 22
Pagina 24Voor drukwerk, online folders en brochures zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw publicaties.
Groen 6 2020 Lees publicatie 416Home