Auteur: Edward Doelman | Beeld: Wim Roefs ‘Het gaat óók om de concrete vertaalslag’ De tegels eruit, speelgroen erin. Plus een moestuin, onderhouden door buurtbewoners. Uiteraard is er plek voor een “modderkeuken” waar basisschoolleerlingen met zand en water kunnen spelen. Het is een omschrijving van het Schoolplein van de Toekomst dat in de provincie Noord-Brabant een groot succes is. ‘Spelen in het groen, de creativiteit van kinderen aanwakkeren, de leerervaringen die ze opdoen als ze bijvoorbeeld aardbeien plukken’, somt gedeputeerde Elies Lemkes-Straver (CDA) een paar resultaten op. ‘Ik denk dat we hier een mooi voorbeeld voor de rest van Nederland hebben.’ De afgelopen jaren kregen meer dan 150 Brabantse basis- en middelbare scholen een groene make-over. De provincie is een van de aanjagers van de subsidieregeling waar in totaal 3,5 miljoen euro beschikbaar voor is. ‘Ik noem dit voorbeeld omdat het onze rol mooi weergeeft. In de eerste plaats zijn de gestelde natuur- en milieudoelen belangrijk, die moeten we natuurlijk halen. Maar het gaat óók om de concrete vertaalslag, om mooie woorden om te zetten in daden. Willen we meer Brabanders mobiliseren Elies Lemkes-Straver (1957) trad afgelopen voorjaar aan als nieuwe gedeputeerde voor de provincie NoordBrabant voor de thema’s landbouw, voedsel, natuur en milieu. Ze werd geboren in Rotterdam, studeerde in Utrecht sociale geografie en bekleedde diverse directiefuncties binnen de ontwikkelingsmaatschappij van Brainport Regio Eindhoven. De Nuenense was ook algemeen directeur van ZLTO en gaf les op HAS Hogeschool. 18 vakblad groen voor het vraagstuk van de klimaatopgaven dan is de taak van de provincie om dat te vertalen in acties, in kansen die burgers en maatschappelijke instellingen dicht bij huis kunnen oppakken.’ Vorig jaar sloot Noord-Brabant zich als tweede provincie aan bij Stichting Steenbreek. ‘Initiatieven om meer groen en de biodiversiteit in steden en buurten aan te wakkeren, juich ik toe. Hier word ik heel enthousiast van. Ik hoop ook op het inktvlekeff ect, dat nog meer Brabantse gemeenten zich aansluiten.’ Volgens de gedeputeerde is het vooral de uitdaging om als provincie laagdrempelig te zijn, ook voor burgers. ‘In nauwe samenwerking met waterschappen, natuurorganisaties, grondeigenaren, gemeenten en allerlei andere partijen werken we vaak gebiedsoverstijgend. Ik zie de rol van de provincie vooral als degene die aanjaagt en verbindt, uiteindelijk met het grote doel om regio’s groener en aantrekkelijker te maken.’ In dat kader is de verdere ontwikkeling van Natuurnetwerk Brabant een belangrijke beleidslijn. Ongeveer 90 procent van het netwerk beslaat bestaande natuurgebieden zoals De Biesbosch en De Maashorst. Het netwerk is nog niet compleet, waardoor verbindingen die belangrijk zijn voor dieren en planten nog ontbreken. Met deels nieuwe natuur wordt tot 2027 gewerkt aan ecologische verbindingszones. ‘Als onderdeel daarvan hebben we het Groen Ontwikkelfonds Brabant in het leven geroepen.’ De provincie stelt 240 miljoen euro en ruim 3000 hectare grond beschikbaar om particulieren, ondernemers, gemeenten, natuurorganisaties en andere initiatiefnemers te helpen om die nieuwe natuurgebieden te ontwikkelen. Op verschillende plekken voert de provincie zelf ook natuurprojecten uit. ‘Met het fonds leggen we weer de nadruk op de verbinding met bewoners en maatschappelijke instellingen. Die nauwe samenwerking acht ik onmisbaar’, aldus Lemkes-Straver. Pagina 17

Pagina 19

Scoor meer met een webwinkel in uw weekbladen. Velen gingen u voor en publiceerden drukwerk online.

Groen 9 - Steenbreekspecial Lees publicatie 418Home


You need flash player to view this online publication