FEAUTRE • KLIMAATADAPTATIE Breda In Breda worden onder meer de singels in oude glorie hersteld door de aanplant van bomen en wordt een waterspeelplek gerealiseerd. In enkele winkelstraten werkt de gemeente al met een concept waarbij ondernemers aanspraak kunnen maken op aanleg van klimmend groen voor hun winkelgevels. Dit wordt door de gemeente gesubsidieerd; de ondernemer zelf is verantwoordelijk voor het onderhoud. Met succes, vertelt Kuiphuis. ‘Omdat andere ondernemers zien dat het leuk en gemakkelijk is, krijgen we steeds meer aanvragen.’ In de al genoemde Ginnekenstraat wordt gekeken of met boombakken meer groen in de straat kan worden gebracht. ‘De beheerder is daar – begrijpelijk – geen voorstander van, maar het is de enige manier om op deze locatie meer groen te realiseren.’ Ook worden de singels hersteld. Op veel plekken staat een enkele rij bomen, die aan het einde van hun leven zijn. Om te voorkomen dat de singels kaal worden, is hiervoor een visie opgesteld. ‘Daarin wordt het historische beeld van een dubbele bomenrij met een wandelpad ertussen teruggebracht. Vroeger werd de dubbele bomenrij gebruikt om te flaneren; het waren places to be. In de zomer wordt dit weer een mooi pad om langs het water te lopen.’ Klimaatkubus In het Amsterdamse winkelcentrum Nieuw-West is afgelopen jaar een “klimaatkubus” geplaatst op het Osdorpplein. De kubus bestaat uit een pergola en tijdelijk aan elkaar geschakelde bakken met planten en bankjes, waar je – afhankelijk van het seizoen – in de schaduw of in de zon kunt zitten. Het water van gebouwen wordt afgekoppeld en naar het bouwwerk gevoerd. Met sensoren wordt dit jaar het effect gemeten, zodat dit bij succes kan worden opgeschaald en elders toegepast. Spanjar: ‘Het is voor ons een ware experimenteerzone voor de nieuwste methodes. Voor Cool Towns hebben we meeten interviewprotocollen ontwikkeld en die testen we hier als eerste uit. De bevindingen van dit praktijkvoorbeeld worden gebruikt in de beslissingstool.’ In Breda wordt op termijn ook gekeken naar een andere maatregel dan groen: het ophangen van doeken. In de drukke, historische binnenstad blijkt het een uitdagende klus om te realiseren door de diverse belangen en omdat gebouwen binnen de gemeentelijke organisatie onder een andere afdeling vallen. Kuiphuis: ‘Bovendien moet je afspraken maken met ondernemers en zit je bijvoorbeeld met de vraag waar je de doeken bevestigt en wie ze ophangt. Daarom leggen we tevens contact met scholen om te vragen of zij interesse hebben. Het zou mooi zijn als de kinderen ook in hete dagen naar buiten kunnen om te spelen.’ Resultaat Het project Cool Towns heeft zijn eerste 1,5 jaar erop zitten en loopt nog tot en met 2022. Het eindstation is een open access beslissingstool, waarmee gemeenten hittestress in kaart kunnen brengen en dat hen helpt een afweging te maken op basis van de mate van hittestress, de effectiviteit en de kosten-batenverhouding van maatregelen. Spanjar: ‘Het is geen statisch product; de tool wordt continu verfijnd op basis van bevindingen uit pilotprojecten.’ Door learning by doing worden in iedere gemeente nieuwe interventies (maatregelen) ontworpen, aangelegd en getest op de effectiviteit wat betreft thermisch comfort voor gebruikers en algehele leefbaarheid en aantrekkelijkheid. Volgens Spanjar een mooi moment om bij de aanleg de impact te meten en dit het jaar erop, wanneer de beplanting is gegroeid, opnieuw te doen. Ook wordt met een aantal gemeenten gekeken naar de oprichting van een community of practice om de ervaring en kennis te kunnen delen. Kuiphuis: ‘Belangrijk is dat de kennis toepasbaar is, bijvoorbeeld in de vorm van een model. Op die manier kun we vertellen: om temperatuur aantrekkelijk maken, moet je dít en dít doen.’ Spanjar verwacht dat de eerste toepasbare kennis, de kaarten waar in het begin van dit artikel over wordt gesproken, eind dit jaar beschikbaar zijn via www.cooltowns.eu. Zijn streven is dit te presenteren in een publicatie waarmee onder meer (landschaps)architecten, gebiedsontwikkelaars en beleidsmakers, aan de slag kunnen en maatregelen voor klimaatadaptatie kunnen onderbouwen. Over partners De partners waar in dit artikel over gesproken wordt zijn de gemeenten Middelburg, Breda, Oostende (B), St. Omer (F) en Southend on Sea (VK), de provincie Oost-Vlaanderen (B), University of Greenwich (VK), Kent County Council (VK), Université de Picardie Jules Verne (F), GreenBlue Urban (VK), AUD Agency for urban planning and development of the Saint-Omer and Flandre Interieure region (F) en Sioen Industries (B)). Meer informatie is te vinden op de site van HvA en het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie. 14 STEDELIJK INTERIEUR Pagina 13

Pagina 15

Scoor meer met een online winkel in uw vaktijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden archief online.

Stedelijk Interieur 1 2020 Lees publicatie 419Home


You need flash player to view this online publication