Ingezonden voedselketens en lokaal mkb, stelt Rijksadviseur Daan Zandbelt recent in Bezorgd – debat over XXL logistiek. Wat wellicht nog het minst in het oog springt, is de ondergrond. De plaatstalen gebouwen zijn in vijftien jaar commercieel afgeschreven en snel te verwijderen. Dit geldt niet voor de zware funderingen, die sterk de volgende functie van het gebied bepalen. Een strategie op het niveau van een bedrijfscluster en de regio kan hierop nog grip krijgen. Plannen en regelgeving per perceel niet. Voorsorteren De ontwikkelingen in de logistieke sector gaan te snel om met beleid bij te kunnen benen. Toch heeft de overheid de taak ruimtelijke ontwikkelingen klaar te stomen voor de toekomst. Ook institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, hebben de behoefte om de duurzaamheid en risico’s van ontwikkelingen in kaart te brengen. Eigenlijk is het sowieso vreemd en zorgelijk dat er relatief weinig aandacht is voor gebieden waar zeker dertig procent van de beroepsbevolking werkzaam is en waar de verduurzaming van de meeste bedrijfsgebouwen nog in de kinderschoenen staat. Wellicht dat in 2020 net als met de labels voor kantoren, er ook strengere duurzaamheids- en financieringseisen worden gesteld aan bedrijfsgebouwen. Bij de bedrijfsclusters van de toekomst verwachten we in ieder geval twee kwaliteiten: 1. Klaar voor circulariteit. Nederland heeft de ambitie in 2050 een circulaire economie te zijn. Het retourneren, demonteren, repareren of hergebruiken van producten is nog een kleine, maar sterk groeiende sector met sterke verweving met de logistiek. Circulair betekent daarom niet minder, maar wel andere logistiek. Deels gaat deze goed samen met gemengde stedelijke milieus, bijvoorbeeld refurbishing van elektronica. Deels gaat het om lawaaierige stinkende fabrieken die grondstoffen terugwinnen, en dus vragen om speciale bedrijventerreinen in de zware milieucategorie. Dit botst hard met de trend van woningbouw op oude bedrijventerreinen, die zeer lucratief is. Er komen dus mengvormen en scherpe keuzes aan. Bedrijven en adviesbureaus (zie onderzoek Stec naar circulaire bedrijventerreinen) zijn tussen prijs, klimaat en snelheid. Dit vergt investeringen in terminals en delen van data. Daarnaast wordt ook de energieprestatie, klimaatadaptatie en biodiversiteit op bedrijventerreinen van bovenaf opgeschroefd. Enerzijds vanuit de overheid, die nationale en internationale doel‘In combinatie met handige service kan online verkoop juist de redding betekenen voor korte voedselketens en lokaal MKB’ hier al volop mee bezig. Gemeenten en provincies kunnen in dit proces nog een stevigere positie innemen, bleek tijdens de debatreeks Architectuur van Arbeid in 2019. Ook de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLi) schreef vorig jaar dat de overheid aan zet is voor duurzame logistieke terreinen. 2. Hogere eisen aan bedrijventerreinen. Er is te weinig aandacht voor het beter benutten van bestaande terreinen, ruimte maken op bestaande terreinen en het voorkomen van kannibalisatie van bestaande terreinen door de aanleg van nieuwe terreinen. De logistieken productiemedewerker van de toekomst is gemiddeld hoger opgeleid. De schaarste en behoeften van deze werknemers leiden tot hogere eisen, op gebied van ruimtelijke kwaliteit, voorzieningen en bereikbaarheid van bedrijventerreinen. De logistiek van de toekomst is multi- en synchromodaal. Daardoor kan de keten werkelijk seamless worden en kunnen er betere afwegingen worden gemaakt stellingen moet halen, zoals het Parijs-akkoord; anderzijds vanuit vastgoedbeleggers die maatschappelijk verantwoord en op termijn waardevast willen investeren. Onduidelijk is wie in deze kwaliteitssprong het voortouw neemt. Naast bedrijfsverenigingen, gemeenten en provincies zijn het mogelijk juist degenen die bezorgd zijn over de ‘verdozing’. Het is geen gek beginpunt, want hoe aantrekkelijker en efficiënter de bedrijfsclusters worden, des te minder snel komen nieuwe loodsen terecht in het open landschap langs de snelweg. Met steun van de Tweede Kamer ligt de bal bij gemeenten, regio’s en provincies om concreet aan de slag te gaan met de verduurzaming van de planning van logistieke terreinen. Links- of rechtsom zijn hoge eisen nodig en vooral een bestuurlijke rechte rug wanneer de lobby weer eens voorspelt dat bedrijven wegtrekken. Die verduurzaming draait om veel meer dan het plaatsen van zonnecollectoren op de platte daken. De lat moet hoger. Merten Nefs is onderzoeker bij TUDelft/Vereniging Deltametropool; Cees-Jan Pen is lector De Ondernemende Regio Fontys Hogescholen en lid SER Noord-Brabant. JAARGANG 15 • NUMMER 01 • BT PAGINA 35 Pagina 34

Pagina 36

Voor artikelen, online uitgaven en vakbladen zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw drukwerk.

BT 1 2020 Lees publicatie 421Home


You need flash player to view this online publication