KENNIS I PARTICIPATIE en doorsteken te voorzien waar dit mogelijk is. Zo is er niet alleen meer passage, het geeft ook een minder opgesloten gevoel en groepen hebben minder kans om een ruimte te claimen. 03 Buffer waar nodig Bufferen betekent in essentie afstand houden en schermen creëren, zodat gebruikers en bewoners elkaar niet storen. Voorzie meer buffering en afstand naarmate de schaal van de infrastructuur groter wordt. Voorzie in elk geval forse buffering als je veel tieners en jongeren verwacht op de plek (bijvoorbeeld nabij een voetbalkooi, tienerhonk met afdak, skateramp). Als buffering niet mogelijk is door een gebrek aan ruimte, houd je de plek beter low profile. Als er voldoende ruimte is, kun je bij voorkeur gebruikmaken van natuurlijke buffers (struiken, een bloemenperk, bomen). Als er onvoldoende bufferruimte is, moet je je toevlucht zoeken tot sterkere fysieke barrières zoals muren of hekken. Maar die hebben doorgaans meer nadelen dan natuurlijke buffers: ze geven een opgesloten gevoel en absorberen moeilijker lawaai of trillingen van ballen die tegen het hek of de muur botsen. Dit zijn zeker geen wonderoplossingen. Ook kleinere infrastructuren die door tieners gebruikt gaan worden, zoals een bank, een zitmuurtje of een straatlantaarn, plaats je niet te dicht bij de aanpalende woningen. 04 Haal mogelijk conflicterende activiteiten en groepen uit elkaar en zorg voor meerdere ontmoetingsplekken Indien de ruimte het toelaat, voorzie ze dan van meerdere zitplekken en zones en leg ze misschien zelfs wat uit elkaar. Zo is er ruimte voor meerdere gebruikersgroepen en voorkom je dat een gehele ruimte door één groep gedomineerd wordt. Ga na wat mogelijk conflicterende activiteiten (bijvoorbeeld actief vs. rustig) of gebruiksgroepen zijn (bijvoorbeeld jong vs. oud, meisjes vs. jongens, verschillende subculturen). Geef de verschillende activiteiten of groepen eigen ruimtes als je inschat dat dit nodig is. Haal ze wat uit elkaar als het conflictpotentieel groot is. Doe dit echter zo subtiel mogelijk: suggereer afzonderlijke plekken eerder dan ze echt toe te wijzen, laat ze eerder overlappen dan ze helemaal uit elkaar te halen. De bedoeling is dan dat verschillende gebruikersgroepen elkaar wel kunnen blijven zien, zonder dat ze elkaar hoeven te storen. 05 Denk goed na over looplijnen en circuits Vanuit observaties en inspraak kan je zicht krijgen op de belangrijkste verplaatsingspatronen op een plein of in een park. Als je belangrijke doorgangsruimtes ziet of in de toekomst verwacht, dan is het doorgaans géén goed idee om verblijfsruimtes voor tieners precies op die looplijnen te leggen. Door hier Zorg ervoor dat er ziten liggelegenheid is voor zon- en schaduwplekken goed op te letten kan je potentiële conflicten voorkomen. Het kan wel interessant zijn om ontmoetingsplekken voor tieners vlak nabij die doorgangsroutes te leggen, maar buiten de eigenlijke doorgangsroute. Voorzie de verblijfszones (of de verbindingspaden) op die plek dan wel ruim genoeg, zodat een kleine ‘samenscholing’ geen probleem hoeft te zijn. 06 Denk goed na over zichtlijnen Ontmoetingsplekken werken beter naarmate tieners van ver kunnen zien of er bekend volk aanwezig is of niet. Ook voor het sociaal functioneren kan goed doorzicht een verschil maken. Aan de andere kant zoeken tieners ook wel eens rustigere plekjes op waar ze ongezien hun eigen gang kunnen en mogen gaan. Ontmoetingsplaatsen waar je van overal bekeken wordt, voelen meestal niet prettig aan. Er zijn ook plekken te bedenken waar je ‘ziet maar niet gezien wordt’. Al deze types zones zijn belangrijk voor tieners. Ontmoetingsplekken werken beter naarmate tieners van ver kunnen zien of er bekend volk aanwezig is of niet. 18 STEDELIJK INTERIEUR Pagina 17

Pagina 19

Heeft u een onderwijs catalogus, issuu of e-gebruiksaanwijzingen? Gebruik Online Touch: onderwijs magazine naar een online publicatie omzetten.

Stedelijk Interieur 4 2020 Lees publicatie 425Home


You need flash player to view this online publication