Outle t outlet heel doelmatig beleid wordt gevoerd op de basisvereisten schoon, heel en veilig, en op bijvoorbeeld de uit te dragen identiteit of openingstijden.’ Het maakt dat de outlets beter dan reguliere winkelgebieden op de coronacrisis konden reageren, bijvoorbeeld met centraal opgelegde ruimere openingstijden of een app waarmee consumenten een geïdealiseerde weerspiegeling van een verleden dat nooit heeft plaatsgevonden. Een simulacrum, een hyperrealiteit, in de woorden van de Franse socioloog Jean Baudrillard. Gerritse: ‘Outlets zijn een decor, een attractie. Alleen nog maar gebieden als outletcentra hebben, lijkt me verschrikkelijk.’ ‘ALLEEN NOG OUTLETCENTRA HEBBEN, LIJKT ME VERSCHRIKKELIJK’ bezoekje aan de winkels kunnen reserveren. Outlets hebben ook een streepje voor bij inzicht vergaren in wat er speelt in het winkelgebied. Door de centrale opzet is dataverzameling goed te regelen, waardoor doelmatiger beleid wordt gevoerd. De outlet weet heel goed wat de klant wil. Moeten winkelgebieden proberen om de succesfactoren van outletcentra te kopiëren? De kracht van de sterke organisatiegraad bij outlets is niet voorbijgegaan aan binnensteden. De afgelopen jaren zijn binnenstadsmanagers en bedrijveninvesteringszones (BIZ) in opkomst. Deze initiatieven moeten een brug bouwen tussen de verschillende stakeholders in een gebied. De binnenstadsmanager en de BIZ staan in nauw contact met winkeliers, de gemeente en vastgoedeigenaren, zodat doelmatiger overkoepelend beleid wordt gevoerd. Hyperrealiteit Maar binnensteden moeten ervoor waken om een volledige kopie van outlets te worden, meent Gerritse. Zij moeten juist voortbouwen op hun eigen kracht en identiteit. Anders dan een binnenstad, die het resultaat is van decennia of eeuwen aan geschiedenis, is de factory outlet een gecreëerde werkelijkheid. Neem bijvoorbeeld het ‘zeventiende-eeuwse’ Bataviastad. Een dergelijk vestingstadje heeft nooit bestaan in het in de twintigste eeuw aangelegde Flevoland. Het is een pagina 16 Getuige de bezoekersaantallen van de Nederlandse outlets liggen consumenten niet wakker van die geconstrueerde werkelijkheid, maar het is aan stadsmakers om verder te kijken. De fantasiewereld in outlets, de Disneylandachtige sfeer, is erop gericht om bezoekers zo veel mogelijk te laten consumeren. Dat is immers het bestaansrecht van de outlet. Het is aan een binnenstad om meer dan die consumptie aan zijn bezoekers te bieden. De sterke controle die outlets kunnen uitoefenen, staat haaks op de publieke functie die binnensteden vervullen. Een binnenstad met zijn openbare ruimte is meer dan een winkelplek. Stedelingen uit alle lagen van de bevolking komen er samen en hebben vluchtige dan wel diepgaande interactie. Veel meer dan de gecontroleerde en geprivatiseerde outlet is de binnenstad een plek van ontmoeting. Je hoeft geen geld uit te geven om over ‘DE STAD IS VOOR IEDEREEN, DE OUTLET NIET’ een plein te struinen of om op een bankje in het park te zitten. Daarmee vervult de binnenstad een fundamentele rol binnen de democratische rechtstaat. Je komt er in aanraking met ‘de ander’. Denk bijvoorbeeld aan gemarginaliseerde groepen als daklozen, die actief uit een geprivatiseerde ruimte als een outlet worden geweerd. ‘Outlets zijn heel monofunctioneel’, zegt Gerritse. ‘Stadscentra hebben veel meer te bieden dan enkel winkelen. Je vindt er cultuur, historie en levendigheid. In een outlet kan alleen gewinkeld worden. Dat maakt een groot verschil. De stad is voor iedereen, de outlet niet.’ » Pagina 15
Pagina 17Interactieve internet tijdschrift, deze maandblad of cursus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar maken van e-archief.
Mooie Pleinen 2020 Lees publicatie 1Home